Mijn hapiness
– “Juf, heeft u kinderen?”
vragen kinderen mij regelmatig.
Ik heb geen kinderen en heb ze ook niet op de wereld gezet, daar heb ik bewust voor gekozen.
Onder meer daar ik behoorlijk beschadigd uit mijn kindertijd ben gekomen. Ik had veel energie nodig om beter op mijn pootjes terecht te komen.
Maar dat neemt niet weg dat ik kinderen geweldig vind en heel graag met ze om ga.
Ik gun ze meer dan wat ook op de hele wereld, warme ouders toe of andere liefgevende opvoeders.
Omdat ik uit ervaring weet hoe belangrijk de wijze van hun opgroeien is voor de rest van hun leven.
“En heeft u een man?”
Als er één vraag over de dam is, komen er meer.
Ja en nee, ik ben niet getrouwd maar ik heb wel een vaste vriend waar ik al zo’n 20 jaar mee samen leef.
Iemand op wie ik niet zou zijn gevallen, maar dat gebeurde toch.
“Ja, ik wil jou!”
Dat zinnetje hebben we nooit in het gemeentehuis tegen elkaar gezegd, maar wel keer op keer zonder publiek. Vooral als we ruzie hebben.
“En ik wil jou”, antwoord de ander dan terug.
Naast specifiek mijn lief en kinderen, is verbinding met de diepe kern van ieder ander die leeft een grote hapiness voor me.
Mijn drang tot verdieping is eigenlijk een levensbehoefte/houding.
Ik kijk automatisch achter de eerste laag die mensen laten zien, kijk achter de tweede en zoek naar de lagen daar weer onder. Op zoek naar wie die mens echt is.
Daarmee raak ik ook snel zere plekken of plekjes, wat best lastig is.
Dat doe ik niet om die ander te kwetsen of af te keuren, maar ontstaat vanuit mijn behoefte om echt te verbinden.
Het door laagjes heen kijken is iets dat kinderen trouwens veel makkelijker waarderen dan grote mensen.
Volwassenen zijn er vaak (terecht) angstig voor of schrikken er van.
Door de jaren heen heb ik dan ook mezelf aangeleerd mijn verdiepingsdrang en bevragen in betere banen te leiden.
Door mijn grote invoelingsvermogen en mijn interesse in het individu, begrijp ik bijna al het menselijke gedrag, zelfs veel van het “onmenselijke”.
Iemand afkeuren is voor mij dan ook zelden of nooit aan de orde. Wel de grote wens tot groei.
Vooral 10-12 jarige kinderen voel ik buitengewoon goed aan, al sinds het begin van mijn eigen volwassenheid.
Wat ze nodig hebben, waar ze naar verlangen en hoe jij, volwassene, hen aan kunt spreken.
Waarschijnlijk omdat het kind in mij altijd spring levend is gebleven.
Opmerkelijker vind ik zelf, dat ik ook ouders zeer goed aanvoel in hun specifieke ouder taak.
Ik zie hun inzet, hun behoeften, hun mogelijkheden en onmogelijkheden.
Maar ook zie ik hun kansen om op een eenvoudige manier, meer te kunnen betekenen voor hun kinderen.
Hetgeen ze direct en later weer retour zullen ontvangen.
Die interesse in het individu, heb ik voor allerlei soorten levende wezens.
Ben gek op dieren en dan vooral op vogels en insecten en verbind me graag met planten en ben graag in de tuin bezig.
Ik houd van creëren en beleven. Van mooie dingen (maken), van hout, van papier, stoffen en kleuren.
Ik houd van dansen, ondanks dat ik als kind al zo stijf als een plank was en dat nooit kwijt geraakt ben.
Van vrij op muziek bewegen, ballroom tot en met tango.
Oh, en wat hád ik graag streetdance geleerd toen ik tien/twintig was.
Ik geloof dat er geen of nauwelijks nare mensen bestaan. Wel naar en onacceptabel gedrag dat ontstaat uit angst en onvermogen.
Ik houd van het diepste wezen van mensen, van hun diepste verlangens en goedheid.
Daar graaf ik graag naar, omdat die er bij iedereen in principe is en ik daar hapiness vind.
Ik geloof van boven tot onder en van achter tot voren dat ieder wezen goed en zuiver is.
Ik geloof in het wit, niét in zwart-wit.
Het mag dan een natuurverschijnsel zijn dat er én licht is, én donker, daarom hoef ik nog niet in een verplicht samengaan te geloven.
Ik ga voor groei, naar ieders goede kern van licht.
Ik geloof er in dat we allemaal in staat zijn, op heel eenvoudige wijze meer licht te maken.
Voor jezelf en voor je geliefden om je heen. En de rest van de wereld mag automatisch gratis mee genieten.
Dat geeft mij hapiness, dat is mijn geluk. |